Meubelmaker als "Wandergesell"
Lampe Belicht, jaargang 2002, nummer 1
of: zoals de ouden zongen, piepen de jongen!
Meubelmaker Michiel van Poecke (23), zoon van Marga van Poecke - Lampe VIII.62 uit Schimmert is in december 2001 vertrokken richting wijde wereld. Niet echt bijzonder voor een man van zijn leeftijd zou je zeggen. Toch wel. Michiel is namelijk Wandergesell. In een zwart ribfluwelen pak en getooid met een bijpassende hoed stapt hij, als een van de weinige Nederlanders, met slechts 5 Duitse Merken op zak en zijn hele hebben en houden in 3 rode zakdoeken, in de voetsporen van de Middeleeuwse traditie.
Het onderstaande stukje hebben wij voor u “geplukt” uit de krant De Limburger. Het is geschreven door Cindy Jaspers.
Een beetje opgelaten loopt Michiel van Poecke door de keuken. Grote grijns op zijn gezicht, stralende ogen. Zijn blauwe schipperstrui en beige broek heeft hij verruild voor een ouderwets ogend opvallend zwart ribfluwelen pak en dito wit overhemd met boordje. De bijpassende vilten breedgerande hoed blijft voorlopig op tafel liggen. “Zo loop ik er dus de komende drie jaar bij.”
Van opvallende kleren houdt Michiel eigenlijk niet, maar het pak waarmee hij het de komende drie jaar moet doen betekent meer dan alleen maar een flitsende outfit.
Deze kleren laten zien wie je bent en wat je doet, legt Michiel uit. Wil je op de traditionele manier op stap gaan als Wandergesell, oftewel reizende leerling-ambachtsman, dan hoort dat er gewoon bij. In Nederland verslijt het gros van de mensen de jongeling in het zwarte pak misschien voor een aanhanger van één of andere sekte, de meeste Duitsers weten wel dat het hier gaat om een rondreizende ambachtsman. Wie meer van het eeuwenoude gebruik afweet, is er ook van op de hoogte dat de reiziger slechts met 5 Duitse Marken op zak is vertrokken en dat hij wordt geacht minstens 3 jaar niet dichter dan 50 kilometer in de buurt te komen van zijn ouderlijk huis. Bovendien moet hij om de 3 maanden een andere werkgever zoeken. Daarbij mag hij zich alleen liftend en lopend verplaatsen.
Michiel had ook nooit van het fenomeen Wandergesell gehoord, tot hij op stage ging in Ierland. Daar ontmoette hij de Duitser Vinny Bassman. “Met hem ga ik nu ook het eerste halfjaar op stap. Ook dat hoort bij de traditie. Een gezel die aan het eind van zijn 3 jaar komt, neemt een nieuwe collega op sleeptouw. Ik denk dat ik in het begin veel van hem zal leren.”
Eeuwenlang was het voor jonge ambachtslieden heel normaal om op reis te gaan. In de wijde wereld konden immers nieuwe technieken worden geleerd. In de tegenwoordige tijd van het internet hoef je daarvoor het huis niet uit uit, zou je denken. Toch zijn er ook anno 2001 enkele honderden Wandergeselle onderweg. In Duitsland bestaan nog steeds 3 verschillende clubs waarbij mannen en enkele vrouwen, die hun reis met goed gevolg hebben volbracht, zijn aangesloten. Naar schatting zijn er zo'n 5.000. de bonden hebben herbergen en contactpersonen over de hele wereld.
De vraag waarom een twintiger zich tegenwoordig in een ouderwets pak hijst en met 3 volgepakte zakdoeken als enige bagage op pad gaat, vindt Michiel eenvoudig te beantwoorden.
De traditie spreekt hem aan en het avontuur lokt. Zijn rechtstreekse voorouders deden dit zo'n 250 jaar geleden ook al! Hij ziet het bovendien als een uitdaging om de tocht tot een goed eind te brengen. Zijn vriend Vinny vindt na enige aarzeling, “Ik geloof dat het heel simpel is. De meesten komen iemand tegen die op Wanderschaft is. Dan denk je, dat is ook iets voor mij. Zo is het bij mij gegaan en zo ging het ook bij Michiel”. Daarna zegt Vinny dat je ambachtslieden eigenlijk niet naar het waarom van hun handelen moet vragen. “Wij leren door steeds te herhalen wat anderen ons voordoen. Al doende leer ik. Misschien weet ik pas achteraf waarom ik op deze manier op reis ben gegaan.”
Michiel kijkt een beetje bedenkelijk. Hij ziet wel. De contacten, het werk, misschien zal het af en toe niet makkelijk zijn, maar hij denkt dat het allemaal wel zal lukken. Voorlopig is zijn enige zorg het opzien dat hij zal baren met zijn verschijning. “Moet je zien hoe wijd die pijpen zijn. Ik zie er uit als John Wayne.”
Dit verhaal belicht een andere kant van het verhaal Ich bin nur ein armer Wandergesell
En daar is nog een vervolg op gemaakt: Ich bin nur ein armer Wandergesell (2)