Genealogische berichten

Door Leo Lampe
Lampe Belicht, jaargang 2005, nummer 1

Uit de de oranje tak

De oranje tak is de tak Lampe’s die afstamt van Bernard Gerhard  (Berend) Lampe IV.11 (1799 – 1858), één van de achterkleinzonen van onze stam­vader Jacobus. De kleur oranje is toevallig en heeft niets te maken met “het huis van Oranje”. Dat is een andere familie - die het erfelijk staatshoofd in Nederland mag leveren.

Over de tak Berend valt veel te vertellen, zoals ons Ben Lampe VII.146 uit Rotterdam meldt. Berend is één van de mede­oprichters van de firma Gebroeders Lampe te Sneek in 1834. Zijn enige volwassen geworden zoon Bernard Cornelius V.31 (1838 – 1906) was ook medefirmant van “de firma”. Diens ook weer als enige volwassen geworden zoon Bernard Arnold VI.39 werkte ook als medefirmant bij “de firma”, echter vanaf 1911 na de splitsing werkt hij bij de zaak van Lampe Spuistraat in Den Haag.

200501 Augusta Maria Lampe.png200501 Juliana Clementine Lampe.png

Interessant is de geschiedenis van de beide dochters van Bernard Cornelius: Augusta Maria (Süsü) VI.41 en Juliana Clementine VI.44 die met twee broers Brenninkmeijer trouwen, de zonen van August Brenninkmeijer, die staat voor de letter A in de firmanaam: C&A. Men leze deze geschiedenis, onder andere over de afwikkeling van de bruidschat (twee halen, één betalen), op pagina 25 t/m 27 van “Vier generaties Lampe in de textiel”.

Over deze meisjes gaat nog het verhaal dat zij beiden aan een overerfelijke hartziekte zouden hebben geleden die door hun huwelijk met beide Brenninkmeijers ervoor gezorgd zou hebben dat de August-tak van de familie Brenninkmeijer geheel uitgestorven is. Dit verhaal teken ik op uit de mond van de beheerder van het Tüöttenmuseum in Mettingen. Maar dit verhaal heb ik nog niet kunnen verifiëren.

 

- Van de redactie, gedateerd 4-11-2013. Het heeft even geduurd, maar bovenstaand verhaal is inmiddels weersproken door de familie Brenninkmeijer. Het blijkt precies andersom te zijn. De Clemens-tak is uitgestorven en alle met de firma C&A verbonden Brenninkmeijers zijn afkomstig uit de August-tak. In het najaar van 2013 zal aan deze verbintenissen tussen de families Lampe en Brenninkmeijer een speciaal artikel worden gewijd. -

 

Terug naar onze oranje-tak, die gaat vervolgens in 2 zijtakken verder. Slechts twee zonen van Bernard Arnold hebben nog nazaten tot heden. De oudste zoon Cornelius VII.68 (1992 – 1963) staat in ons registratieboek als “textielhandelaar” genoemd.  De jongste zoon Antonius Gregorius (Gré) VII.75 (1903 – 1961) heeft bij de Shell gewerkt in Indonesië, zo meldt ons zijn zoon Herman Andree (André) VIII.160 uit Velp. Hij meldt ons ook dat zijn oom Cornelius nog wel degelijk nazaten heeft: één zoon Walter Arnoldus VIII.51 - dat wisten we. Maar we wisten niet dat deze Walter (die in Australië woont) kinderen heeft, waarvan één zoon (ook met de naam Walter), in Amsterdam woont en jazz-pianist is. Aha, bedankt André, weer een tak in onze stamboom die doorloopt.

Bang dat de oranje-tak uitsterft behoeven we voorlopig niet te zijn. André en zijn broer Martin Johannes (Jos) VIII.159 hebben allebei 2 zonen en dat is generatie IX. En Walter de jazz-pianist heeft een dochter en dat is dus generatie X.

Aan het eind van dit jaar ontvangt u de mutatiebladen waarop de gegevens zijn aangevuld.

Uit de blauwe tak

Op verzoek van de universiteit van Münster hebben we enige informatie doorgegeven over Rudolf Joseph Lampe VI.76 ter gelegenheid van de voorbereiding van de festiviteiten rondom het 100-jarige bestaan van het Nederlandse consulaat in Münster. Er wordt een gedenkboek gemaakt waarin alle consuls gedurende 100 jaar voorkomen.

Wij verstrekten behalve de foto’s de volgende informatie:

Rudolf Lampe was Nederlands consul te Münster van 1934 – 1936. Een oudere broer van Rudolf, Friedrich Georg (Fritz) Lampe VI.74 trouwde in 1910 met een meisje Hettlage en kwam hierdoor in de zaak van zijn schoonvader, de firma Fischer-Hettlage, aan de Ostenhellweg te Dortmund. Daar zijn schoonvader geen mannelijke nazaten had, benoemde hij zijn schoonzoon Fritz Lampe tot opvolger. Deze haalde toen zijn jongere broer Rudolf uit de Hollandse firma Gebr.Lampe om bij hem in Duitsland als compagnon te komen werken. Na de dood van beide compagnons zetten de twee zonen van Fritz de firma Fisher-Hettlage voort. Omstreeks 1975 is deze firma verkocht aan C&A.

Rudolf en zijn broers en zusters waren door legitimatie bij Koninklijk Besluit in 1895 Nederlander geworden. Hun vader Hermann August Lampe V.51(1847- 1927) was de eerste Lampe die zijn gezin vanuit Mettingen naar Nederland liet overkomen en moest zijn gezin bij de verhuizing naar Den Haag eerst legitimeren. Vóór de legitimatie waren zijn huwelijk en de daaruit geboren kinderen onwettig, althans voor de Nederlandse staat. Hermann August was firmant van de Hollandse firma Gebr.Lampe en is begraven op het Hase­friedhof te Osnabrück. Vader Hermann August is één van de zonen van één van de drie mede-oprichters van de firma Gebr.Lampe in 1834 te Sneek: Johannes Benedictus (1808 - 1890), wiens praalgraf nog steeds te bewonderen is op het Alte Friedhof in Mettingen.

Het heeft dus enige generaties geduurd vóórdat de Westfaalse familie Lampe hun zaken in Nederland lieten volgen door natura­­lisaties en gezinsherenigingen. Maar dat heeft te maken gehad met een aantal ongeschreven wetten in hun handels­cultuur en dat is een ander verhaal. Uit de firma Gebr. Lampe is uiteindelijk de NV Lampe Nederland (damesconfectie) voort­gekomen, die hun zaken in 1969 aan Peek & Cloppenburg (herenconfectie) hebben verkocht.

Fritz en Rudolf zijn in ons genealogisch systeem van de 6de generatie. Zij behielden de Nederlandse nationaliteit toen zij naar Duitsland terugkeerden en zijn daar later Nederlands consul geworden, Frits in Dortmund en Rudolf in Münster.

200501 Rudolf Lampe.png200501 Friedrich-Georg Lampe.png

Rudolf bezat geen kinderen. Fritz wel en is de enige die uit dit deel van de familie, voorzover bij ons bekend, tot in de 8ste generatie de naam Lampe heeft kunnen doorgegeven. In dit gedeelte van één van de Hollandse takken stopt echter na de 8ste generatie de informatie. We zijn het contact met dat deel van de 8ste generatie verloren. Kan jullie universiteit daarbij helpen? In de informatie die wij toesturen kunnen jullie de betreffende nazaten van Fritz Lampe vinden die nog ergens moeten leven en wonen in Duitsland; zij zijn voor het merendeel geboren in Dortmund.

Op de door jullie gestelde vraag waarom Rudolf in 1936 met zijn werk als Nederlands consul in Münster is gestopt, hebben wij waarschijnlijk geen bevredigend antwoord. Voor de hand ligt een relatie te leggen met de politieke situatie in Duitsland in 1936. Fritz en Rudolf waren Duitse zakenlieden maar door hun naturalisatie tot Nederlander toch wel  'Ausländer'. Ons is bekend dat een Duitse zwager van de beide broers: Joseph Nicolaus von Wysocki belasting­ambtenaar was in Düsseldorf en Solingen en door zijn weigering toe te treden tot de Nazi­partij een strafoverplaatsing kreeg naar Stettin. Maar ja, dat is slechts een 'Hinein­interpretierung".