Op zoek naar de confectiegeschiedenis in Berlijn

(door Petra Rijkers – Lampe IX.46)
Lampe Belicht, jaargang 2000, nummer 2

“Met vakantie naar Berlijn? Dan heb ik iets voor jullie.” En zo stonden wij in de zomer van 1998 in Berlijn, met een gedeelte uit 'Een beschouwing over de geschiedenis van de Nederlandse Confectie Detailhandel en Industrie, een verzameling van feiten, geschreven door Ernst Lampe VII.93 en nog niet uitgegeven. Opa Jos Lampe VII.91 was op dat moment bezig een stuk te bewerken en was op een interessant hoofdstuk gestuit over de opkomst van de confectie-industrie in Berlijn, waar de Nederlandse confectie-concerns nauwe banden mee hadden.

De confectie-industrie in Berlijn was vóór de tweede Wereldoorlog vrijwel geheel in handen van de Joden. In Pruisen was al in de 17e eeuw de handel in gedragen kleding officieel in handen gegeven van 50 Joodse families. Ondanks godsdienstvrijheid was het voor de Joden overigens vrijwel onmogelijk om op een andere manier een inkomen te verdienen. Uit dit gedwongen gilde-systeem ontwikkelde zich de Berlijnse confectie-industrie.

Het document van Ernst Lampe beschrijft de geschiedenis van veel confectie-ateliers, waaronder de opkomst en ondergang van de “V. Mannheimer”.

Valentin Mannheimer

Ná met zijn broer een herenmantel atelier te hebben gehad, begon Valentin Mannheimer in 1839 op de Oberwallstrasse 6 voor zichzelf. Valentin legde zich toe op de productie van mantilles (kort damesmanteltje), pelerines (schoudermanteltje) en visites (uitgaansmantel). Negentig jaar lang zou de de firma V. Mannheimer een leidende plaats in de Berlijnse confectie-industrie innemen, tot de beurskrach in 1929. De toenmalige directeur Adolf Mannheimer, kleinzoon van de oprichter, was gedwongen het bedrijf op te heffen. Na het betalen van alle schulden bleef 250.000 Reichsmark over, een kapitaal dat twee jaar later was geslonken to 2 Reichsmark, waarna Adolf een einde aan zijn leven maakte.

Nieuwsgierig geworden door het document van Ernst met de vele beschrijvingen van confectie-ateliers, zijn wij tijdens onze vakantie op een middag gaan kijken in de straten rondom het Hausvogteiplatz. Dit plein was tot vóór de Tweede Wereldoorlog hét centrum voor de confectie-industrie in Berlijn. Op een plattegrond konden we de adressen van heel veel confectie-ateliers terugvinden, maar in werkelijkheid bleek er niet veel meer van over was.

De Hausvogteiplatz en de straten daaromheen zijn nu vrij saaie straten met woonblokken en kantoorpanden, gebouwd in de periode ná de Tweede Wereldoorlog. Dit is niet vreemd omdat zich tussen 1933 en 1945 in de buurt van de Hausvogteiplatz de hoofdkantoren van de SS, de SD en de Gestapo bevonden. Ook dit gedeelte van Berlijn is om die reden zwaar gebombardeerd.

Oberwallstrasse 6

We hadden de tijd aan onszelf dus hebben we toch zoveel mogelijk van de genoemde straten en adressen bezocht, op zoek naar overblijfselen van de Berlijnse confectie-industrie. Tot onze verbazing bleek op het adres Oberwallstrasse 6 een gebouw te staan dat er duidelijk vóóroorlogs uitzag.
Het gebouw werd gerenoveerd en stond voor een deel achter steigers verborgen. Achter een bouwkeet, flink onder het stof, bleek zich een smeedijzeren deur te bevinden met een sierlijk in elkaar gevlochten monogram “VM”.

Enthousiast door deze ontdekking zijn wij bereid te geloven dat dit de herinnering is aan het pand van de firma “V. Mannheimer”. De foto die we hebben gemaakt is helaas niet duidelijk genoeg om hier af te drukken vanwege de beperkte bewegingsruimte tijdens het fotograferen. Maar misschien is er een Berlijnganger in de familie die het nog een keer wil proberen.

In een boekwinkel in Berlijn vonden we een boek met foto's die in 1907 zijn gemaakt ter gelegenheid van de aanleg van de ondergrondse rondom de Hausvogteiplatz. Het boek geeft een prachtig beeld van de confectie-industrie die daar toen nog aanwezig was. In dat boek staat ook een foto van de Oberwallstrasse 6 met op de voorgrond de bouwplaats voor de wederoprichting van het 'Confectiehuis Mannheimer'. “Onze” deur is waarschijnlijk van deze herbouw afkomstig.

Wij hebben genoten van deze speurtocht in de geschiedenis. Ondanks het tragisch einde van de firma V. Mannheimer blijkt de herinnering nog altijd aanwezig, als je maar weet waar je moet zoeken. En de aanwijzingen daarvoor lagen in dit geval in ons familiearchief. 

Noot van de redactie: Manheimer Berlin is in 2020, op een ander adres, opnieuw gestart. Het stukje historie van hun website maar even gearchiveerd.

Currently, the fashion capitals of the world are London, Paris, Milan and New York. However, innovative designers and clever garment production made Berlin the world capital of fashion until the mid 1900’s. The concept of ready-to-wear, or the off-the-rack fashion was invented in Berlin. The ready-made designs with standardized sizes for the masses was initiated in Berlin’s city center in the early1800’s.

Historical sources have discovered that one of the driving forces of this concept was Valentin Manheimer. Since 1839 he produced ready-to-wear women’s and men's fashion. In Paris and in New York, Manheimer became known as the “king of coats" and at the time he had over 8,000 employees - more than the entire Berlin fashion industry today.

Today the heyday of Berlin fashion is almost forgotten. There were once over 1800 fashion companies, almost 90 percent of which belonged to Jewish families. The beginning of National Socialism in 1933 marked the beginning of its end. Manheimer went bankrupt in the wake of the global economic crisis and was therefore not affected by this chapter, but the revival of the brand in 2020 also includes a recourse to this past; it is part of the German fashion identity and the basis for the future of Manheimer Berlin as well. The story lives on, also very concretely: one of our team members is Andreas Valentin, great-great-grandson of the founder.

What distinguishes Manheimer beyond its history is the new approach to design, which merges functionality and aesthetics. The products bring together the virtues of German engineering with design principles ranging from Bauhaus to Neue Sachlichkeit, or “New Objectivity.“ Manheimer considers clothing to be truly beautiful if these are useful, cleverly constructed and carefully conceived. Manheimer makes fashion for people who like to wear suits, regardless of occasion, dress code, or obligation. Manheimer makes "formal wear for informal people."

Lees ook verhaal van Andreas Valentin, familielid van de oprichter.